De Wet Gelijke Behandeling schrijft voor dat een werkgever geen onderscheid mag maken op grond van godsdienst, politieke gezindheid, levensovertuiging, ras, geslacht, nationaliteit, seksuele geaardheid of burgerlijke staat. Maar wat als je als werkgever toch één van deze vragen stelt?
Als iemand het vermoeden heeft dat hij/zij afgewezen om een discriminerende reden dan kan diegene een ‘verzoek om oordeel’ indienen bij de Commissie Gelijke Behandeling (CGB). Dit college beoordeelt de klacht. Het oordeel is niet juridisch bindend, maar wordt in de praktijk vaak geaccepteerd en opgevolgd. De sollicitant kan ook de rechter inschakelen. Als de klacht daar gegrond wordt geacht kan de rechter bijvoorbeeld een (fikse) schadevergoeding eisen.